Hoe jong ze ook zijn, jongens kunnen redelijk agressieve tactieken gebruiken om bij het andere geslacht in het gevlei te komen. Vandaar het gezegde ‘meisjes plagen, kusjes vragen’. In meisjes plagen was ik nooit zo goed, in vragen stellen des te beter.

Ik ben nu 33 en de waarom-fase is nog altijd niet voorbij. Hopelijk komt dat nooit meer goed. Voor vragen stellen is in dit stuk echter geen plaats, voor beantwoorden wel. Deze keer vraag 41 tot en met 45:

41.Als je zou weten dat iedereen die je kent morgen zou sterven, wie zou je dan vandaag bezoeken?
Over hypothetische vragen gesproken..! Gelukkig stelt de vraag niet dat je maar één persoon mag kiezen. Dat scheelt weer wat gewetensnood. Toch blijft het kringetje klein; ik zou het houden bij mijn broers en ouders. Waarna ik thuis zou blijven met mijn gezin. Veel hoeft er dan niet gezegd te worden, alleen: ik hou van jou. De rest is overbodig.

42.Zou je tien jaar van je leven willen opgeven om extreem aantrekkelijk of beroemd te worden?
Nee, ik ben goed zoals ik ben. Roem trekt me niet in die zin dat ik geen ambitie heb om filmster of politicus te worden. Mocht om wat voor reden dan ook het grote publiek mijn talenten gaan waarderen dan zou ik dat wel leuk vinden, ijdelheid is mij ook niet vreemd. Maar het is geen doel op zich. En extreem aantrekkelijk ben ik al… voor diegene waar het telt. Wat niet weg neemt dat ik een dagje Brad Pitt zijn zou afslaan hoor. Maar tien jaar van mijn leven? Alsjeblieft niet. We hebben maar zo’n tachtig jaar hier als we mazzel hebben. En in die korte tijd heb ik nog veel leven te leven.

43.Wat is het verschil tussen in leven zijn en écht leven?
Dat is natuurlijk voor iedereen anders. Ik zie het als volgt: écht leven betekent dat je gelukkig bent met wat je doet en laat. En dat je niet vergeet om zo vaak als mogelijk met volle teugen te genieten. Voor de een is dat dagelijks parachutespringen of de koffer in duiken met twee topmodellen. De ander is blij met elk jaar drie weken op dezelfde camping in Zeeland. Voor mij is het mijn kinderen zien opgroeien, en hopen dat je niet teveel stomme fouten maakt bij het opvoeden. De geur van de aarde opsnuiven bij een lange wandeling in de regen. En regelmatig de koffer in duiken met mijn eigen topmodel. Met vrienden een avond doorbrengen waar de tijd geen plaats heeft. En wanneer het kan, iets nieuws doen. En voor jou?

44.Wanneer is de tijd aangebroken om te stoppen met wikken en wegen en gewoon te doen waarvan je weet dat het goed is?
Zodra je hebt geluisterd naar wat je buik je zegt. Dat gevoel van binnen zit zelden fout.

45.Als we leren van onze fouten, waarom zijn we dan altijd zo bang om fouten te maken?
Omdat we geen gezichtsverlies willen lijden. En niet voor paal willen staan. Dat zijn heel sterke gevoelens die naar boven komen als je dreigt iets fout te doen. Vooral de ervaren sociale druk speelt dus een rol. Iedereen creëert een aura van succes om zich heen. Voor ‘losers’ is geen plaats op onze wereld. Zelfs bij een erkend genie als Albert Einstein wordt regelmatig het feit aangehaald dat hij eens zakte voor zijn wiskunde examen. In deze omgeving is het lastig fouten maken, terwijl we allemaal – niemand uitgezonderd- wel eens op onze bek gaan. In Nederland speelt nog de maaiveldcultuur mee. Men is snel afgunstig op andermans succes en wijst maar al te graag op iemands fouten. Een herkenbaar verschil tussen Nederland en bijvoorbeeld de Verenigde Staten is de manier waarop men omgaat met een faillissement. Een Nederlandse ondernemer de eens failliet gaat probeert dat gegeven zoveel mogelijk te verbergen. Een Amerikaan doet daar niet moeilijk over, hij heeft wat geprobeerd; het is niet gelukt en daar heeft hij wat van geleerd. Daar zouden wij Nederlanders als geheel ook nog wat van kunnen leren…

De volgende keer mijn laatste post in deze reeks met de antwoorden op vraag 45 tot en met 50:
46. Wat zou je anders doen als je zeker wist dat niemand je ervoor zou veroordelen?
47. Wanneer heb je jezelf voor het laatst hóren ademen?
48. Waar houd je van? Heb je recent iets ondernomen dat dit openlijk aantoont?
49. Zul je je over vijf jaar nog herinneren wat je gisteren gedaan hebt? Of wat je eergisteren gedaan hebt? Of de dag ervoor?
50. Besluiten worden nu genomen. De vraag is: maak jij ze voor jezelf, of laat je anderen de beslissingen voor je nemen